Examples of using "Darei" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal het boek aan jou geven.
Ik zal jou dit boek geven.
- Ik zal je alles geven behalve dit.
- Ik zal u alles geven behalve dit.
- Ik zal jullie alles geven behalve dit.
- Ik zal je het boek geven.
- Ik zal u het boek geven.
- Ik zal jullie het boek geven.
Voor je verjaardag zal ik je een fiets geven.
Ik zal het je geven.