Examples of using "Autor" in a sentence and their dutch translations:
De auteur is Braziliaan.
Wie is de auteur van dit boek?
Wie is de auteur van dit verhaal?
De auteur heeft een mooie stijl.
Wie is uw lievelingsschrijver?
- Hij is een auteur.
- Hij is schrijver.
De auteur van dit artikel is een bekende criticus.
Ik zou graag de naam van de auteur kennen, als dat mogelijk is.
Het boek werd postuum gepubliceerd.
Wat had de schrijver in gedachten toen hij dit boek heeft geschreven?
De auteur vertaalde het sprookje in onze moedertaal.
Omdat de auteur geruime tijd niet reageerde, heb ik de correctie uitgevoerd.
Wie is uw lievelingsschrijver?
Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "Opdat een taal internationaal zou zijn, volstaat het niet ze zo te noemen". Als auteursnaam stond aangeduid "Doctor Esperanto".