Examples of using "Ptaki" in a sentence and their dutch translations:
Vogels leggen eieren.
Rondcirkelende vogels.
Vogels tjirpen.
De vogels vliegen.
De vogels zingen.
Vogels vliegen.
- Een vogel heeft vleugels.
- Vogels hebben vleugels.
Vogels bouwen nesten.
De vogels zongen.
Laat de gevangen vogels alsjeblieft los.
Vogels vliegen in de lucht.
- Vogels vliegen over de bomen.
- Er vliegen vogels over de bomen.
Vogels hebben scherpe ogen.
De vogels zingen in de bomen.
Vogels maken hun nesten in bomen.
Niet alle vogels kunnen vliegen.