Translation of "Pozbyć" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Pozbyć" in a sentence and their dutch translations:

Muszę się tego pozbyć.

Ik moet dit eraf krijgen.

Czego mogę się pozbyć?

- Waar kan ik me van ontdoen?
- Wat kan ik kwijt raken?

Jak już wpadniesz w zły nawyk, trudno się go pozbyć.

Als je eenmaal een slechte gewoonte hebt aangenomen, is het moeilijk om ervanaf te komen.

Z czysto ekonomicznego punktu widzenia oni mógł łatwo pozbyć się ich podstawowego

Vanuit een puur economisch oogpunt, hadden zij hun primaire sector gemakkelijk