Examples of using "Pada" in a sentence and their dutch translations:
Regent het?
Het regent.
- Het regent.
- Het is aan het regenen.
- Het is weer aan het regenen.
- Het regent weer.
- Regent het nog?
- Regent het nog steeds?
- Het sneeuwt vandaag.
- Het is sneeuwig vandaag.
Regent het?
- Het regent.
- Het is aan het regenen.
- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.
Het regent niet.
Het is aan het regenen.
Het regent hier.
Het sneeuwt in Parijs.
Kijk, het sneeuwt!
Het sneeuwt vandaag.
Ach, het sneeuwt!
- Het regent ononderbroken.
- Het regent zonder ophouden.
Het regent vandaag.
Misschien gaat het regenen.
In de winter sneeuwt het.
Laten we gaan als het niet regent.
Regent het nu?
Het sneeuwt in Parijs.
Het was al de hele week aan het sneeuwen.
Het sneeuwt buiten.
Het regent sinds de vorige donderdag.
- Het regent zonder ophouden.
- Het regent de hele tijd.
Iedere keer als het regent, lekt het dak.
De appel valt niet ver van de boom.
Het regent, dus je moet thuis blijven.
Als het regent zijn bussen gewoonlijk over tijd.
Bij ons sneeuwt het in januari.
Maar met deze sneeuw moet je slimmer zijn.
...maar als het zo sneeuwt moet je slimmer zijn.
Bij ons sneeuwt het in januari.
Je kunt je voorstellen dat als het regent... ...al dat water hier wordt opgevangen als 'n trechter.