Examples of using "Leci" in a sentence and their dutch translations:
De tijd vliegt.
De vogel vliegt.
Het gaat ongeveer als volgt.
Hé, hoe gaat het met je?
Vlieg!
- Hoe gaat het ermee?
- Wat is er gaande?
- Alles goed?
De tijd vliegt als een pijl.
Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Mijn neus bloedt.
Zij hebben een bloedneus.
Haar teen bloedt.
Je neus bloedt.
Hoe maak je het?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hoi, hoe gaat het?