Translation of "Historię" in Dutch

Opowiedziała mi ciekawą historię.

Ze vertelde me een interessant verhaal.

Opowiedział mi ciekawą historię.

Hij vertelde mij een interessant verhaal.

On studiuje historię Ameryki.

Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.

Muszę jednak zacząć tę historię

Maar ik moet mijn verhaal beginnen

On studiuje historię na uniwersytecie.

Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.

Kilka gazet opublikowało tą historię.

- Verschillende kranten publiceerden het verhaal.
- Verschillende kranten hebben het verhaal gepubliceerd.

Opowiedział mi historię swojego życia.

Hij vertelde me zijn levensverhaal.

I każdy ołówek ma swoją historię.

en elk potlood heeft een verhaal.

Tom szczerze wierzy w tę historię.

Tom gelooft dat verhaal echt.

Nie mógł uwierzyć w jej historię.

Hij kon haar verhaal niet geloven.

Słyszałem tę historię już dziesiątki razy.

Ik heb dat verhaal al tientallen keren gehoord.

Opowiedz jakąś ciekawą historię mojemu młodemu przyjacielowi.

Vertel een mooi verhaal aan mijn jonge vriend.

To zdeterminowało naszą historię i nasz charakter narodowy.

Dat vormde onze geschiedenis en onze nationale aard.

Dzisiaj odpowiemy na te pytania ale wcześniej, spójrzmy wstecz na historię.

Vandaag gaan we deze vragen beantwoorden maar laten we eerst eens terug kijken naar de geschiedenis.