Examples of using "Wierzy" in a sentence and their dutch translations:
Wie gelooft in God?
Ze gelooft in de ooievaar.
Niemand gelooft me.
Hij geloof niet in God.
Hij heeft veel zelfvertrouwen.
Tom gelooft niet in God.
- Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
- Mijn zoon gelooft in Sinterklaas.
Tom gelooft dat verhaal echt.
Mijn zoon gelooft nog steeds in de kerstman.
Waarom geloof je Tom?
Tom gelooft dat Mary zijn beste vriendin is.
Een slachtoffer die niet in die verhalen gelooft is Sanjay Gubbi.
Tegenwoordig gelooft niemand in spoken.
Daarom is Cocks sceptisch over verhalen... ...over groepsaanvallen zonder provocatie en uit wraak.