Examples of using "Wang" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn naam is Wang.
- Ik heet Wang.
Mijn naam is Wang.
Ik heet Wang Jiaming.
Ik ben Wang.
Mijnheer Wang is een Chinees.
Meneer Wang komt uit China.
Wang Lao Ji is geen bier. Het is thee.
Ik probeerde in het Chinees te praten en mijnheer Wang probeerde in het Frans te praten.