Examples of using "Uomo" in a sentence and their dutch translations:
Wat een treurige man!
- Jij bent een man.
- U bent een man.
Vecht als een man!
- Ik ben een man.
- Ik volg een man.
Is hij een man?
- Je bent een wijze man.
- Jij bent een wijze man.
Man: Geweldig.
Mensen eten geen mensen.
Hebt u deze man gezien?
Ze trouwde met een rijke man.
Hij is een man van daden.
Hij is een dappere man.
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Ik ben een eerlijk mens.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Een man naderde.
Hij is maar een gewone man.
- Je bent een erg knappe man.
- U bent een erg knappe man.
Man over boord!
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Ze trouwde met een rijke oude man.
Ik ben geen rijk man.
Hij is een typische Japanse man.
Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.
een man, een vrouw,
Hebt u deze man gezien?
Ik ben een realistisch mens.
Ik ben een gelukkig mens!
Hij is al een man.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Een mens moet werken.
Hij is een man van daden.
Ieder mens moet sterven.
Zoek een leven, man.
Hij is een wijze man.
Ik vind het niet leuk om een volwassen man te zien huilen.
Tom was de enige man in de kamer.
Hij deed zich voor als een stomme man.
Hij is een grote man in de journalistiek.
Hij werd een heel betrouwbare man.
- Beter hard geblazen dan de mond verbrand.
- Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.
Ik ben een man.
Hij was lief en empathisch,
Ik ken een man die liever sterft
- De oude man lijkt bedroefd.
- De oude ziet er triestig uit.
Een man moet eerlijk zijn.
- Tom is een dikke man.
- Tom is een dikzak.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Tom is een rijke man.
Hij is een dappere man.
Jane was gekleed als een man.
Wat voor mens was hij?
Ik zal een man van u maken.
Deze man heeft een paard.
Tom was een wreed man.
Tom is een elegante man.
- Alleen wie niets doet, maakt geen fouten.
- Wie niets doet, niets misdoet.
- Wie niets doet, doet niets verkeerd.
Ik zag een man gekleed als een ninja.
Tom zag Mary met een andere man.
Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.
Jane was gekleed als een man.
- Gisteren zag ze een grote man.
- Gisteren heeft hij een grote man gezien.
Elk heeft zijn gebreken.
Hij is een man van weinig woorden.
Hij is een mens zonder scrupules.
Ik zie een mens tussen de bomen.
Zoals iemand leeft, zo zal hij ook sterven.
Hans is een Duits zakenman.
Tom is een man van zijn woord.
Een man maakt keuzes; een slaaf gehoorzaamt.
Tom is een typisch Canadese man.
Tom is geen rijke man.
Mijn vader is een zakenman.
Hij is een betrouwbaar persoon.
- Dat is iemand op wie je kan vertrouwen.
- Hij is een betrouwbaar persoon.
Hij is een man die met niemand praat.
wat voor een man ik moest worden als een volwassene.
Meneer White is een verstandige mens.
Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.