Examples of using "Sapeva" in a sentence and their dutch translations:
Sami wist het.
Niemand wist dat.
Hij wist dat niet.
Tom wist dat niet.
Tom wist dat ik het druk had.
Alleen Obama wist daarvan.
Ze wist dat John van haar hield.
Ze wist dat ze hem moest helpen.
Niemand wist dat.
Tom wist iets.
Die man wist te veel.
Tom wist het.
Sami wist hoe te vechten.
Hij antwoordde dat hij het niet wist.
Tom wist niet dat je een grapje maakte.
Ik was de enige die ervan wist.
Tom kon niet zwemmen.
Tom wist waarnaartoe te gaan.
Tom wist dat niet.
Sami wist niks van de Koran.
Tom wist niet eens wie Mary was.
Tom wist niet eens wie het was.
- De vis smaakte als zalm.
- De vis smaakte naar zalm.
Tom wist dat ik verdrietig was.
- Tom wist niet eens dat Maria weg was gegaan.
- Tom wist niet eens dat Maria ervandoor was gegaan.
- Wist jij dit?
- Wist u dit?
- Wisten jullie dit?
Zijn huis rook naar koffie
Tom wist niet welke bus hij moest nemen.
- Op een of andere manier wist Tom het.
- Toch wist Tom het.
Hij kon niet goed Frans spreken.
Tom weet hoe computers te herstellen.
Tom wist dat Marie moe was.
Tom wist dat Mary ongelukkig was.
Sami wist niet waar Layla was.
Niemand wist dat Tom hier niet gelukkig was.
Hij wist niet wat hij met het extra eten moest doen.
Oma wist niet dat ik homoseksueel was.
Tom wist niet wie het meisje was.
En als jonge man kon hij niet zeggen hoe oud hij zou worden.
De buitenlander kende helemaal geen Japans.
Tom wist niet dat Mary Frans kende.
Tom wist dat het verhaal niet waar was.
Tom wist niet dat Maria Frans verstaat.
Tom zei dat hij weet waar Mary naartoe ging.
Ze weet niet wat ze de kinderen op kerstavond moet geven.
kon niet meer dan 15% van de Europeanen lezen of schrijven.
Ze stonden op het punt om Tom neer te schieten, maar hij wist het niet.
En ergens wist het ook dat er helemaal geen andere weg was.
Dat wist je al, toch?
Johannes wist niet hoe hij aan zijn vrouw moest uitleggen dat hij zijn werk opgezegd had.
Hij kon Frans spreken.
Tom zei dat hij het niet wist.
Er was eens een vrouw die zo graag een kindje wilde hebben, maar zij wist absoluut niet waar ze dat kindje vandaan zou halen.
Wist je dat Tom in Boston was?
Je wist dat ik hier was.
Wist je dat Tom en Maria tandartsen waren?
Wist je dat Tom een tweelingbroer had?
Wist je dat hij goed koffie kan zetten?
Wist je dat spaghetti groeit aan spaghettibomen?