Examples of using "Ospiti" in a sentence and their dutch translations:
We hebben gasten.
Gaan jullie je gang!
- Je gasten wachten.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
Slaap je in de logeerkamer?
Ze krijgen vanavond gasten te eten.
Visite brengt steeds vreugde aan; is 't niet bij het komen, dan bij het gaan.