Examples of using "Nevicherà" in a sentence and their dutch translations:
Morgen zal het sneeuwen.
Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.
- Morgen gaat het sneeuwen.
- Morgen zal het sneeuwen.
Morgen gaat het sneeuwen.
- Het zal morgen sneeuwen.
- Het gaat morgen sneeuwen.
- Het gaat sneeuwen vandaag.
- Het gaat vandaag sneeuwen.
- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.
Zal het vanavond sneeuwen?
- Waarschijnlijk krijgen we morgen sneeuw.
- Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.
Het gaat sneeuwen.
Misschien gaat het sneeuwen.
Volgens een weersvoorspelling zal het morgen sneeuwen.