Translation of "Nevicando" in Dutch

- Sta nevicando ora.
- Sta nevicando adesso.

- Nu sneeuwt het.
- Het sneeuwt nu.

- Sta nevicando qui.
- Sta nevicando qua.

Het sneeuwt hier.

- Sta davvero nevicando.
- Sta veramente nevicando.

Het is echt aan het sneeuwen.

- Nevicava.
- Stava nevicando.

Het was aan het sneeuwen.

Finalmente sta nevicando!

- Eindelijk, het sneeuwt!
- Eindelijk sneeuwt het!

Sta nevicando oggi.

Het sneeuwt vandaag.

- Nevica.
- Sta nevicando.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Oh, sta nevicando!

- Oh, het sneeuwt!
- Oh, het is aan het sneeuwen!

Sta nevicando fuori.

Het sneeuwt buiten.

- Nevica fuori.
- Sta nevicando fuori.

Het sneeuwt buiten.

- Oggi nevica.
- Sta nevicando oggi.

Het sneeuwt vandaag.

- Nevica ancora.
- Sta ancora nevicando.

Het sneeuwt nog steeds.

Sembra che stia nevicando, eh?

Het lijkt alsof het sneeuwt, hé?

- Nevica a Parigi.
- Sta nevicando a Parigi.

Het sneeuwt in Parijs.

Quando ho aperto le tende stava nevicando.

- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.

- Quando mi sono svegliato stava nevicando.
- Quando mi sono svegliato nevicava.

Toen ik wakker werd, sneeuwde het.