Translation of "Membri" in Dutch

L'associazione conta trenta membri.

De vereniging heeft dertig leden.

Altri membri della famiglia accorrono.

Er komt extra familie te hulp.

Tutti i membri erano presenti.

Alle leden waren aanwezig.

Il club ha trenta membri.

De club heeft dertig leden.

Frequenza obbligatoria per tutti i membri.

De aanwezigheid van alle leden is verplicht.

- Voglio che i membri giovani siano più attivi.
- Io voglio che i membri giovani siano più attivi.

Ik wil dat de jonge leden actiever zijn.

Quanti paesi sono membri delle Nazioni Unite?

Hoeveel landen zijn lid van de Verenigde Naties?

E guidano i membri della famiglia verso il pasto.

...zodat familieleden naar de maaltijd worden gelokt.

I membri di questa setta non mangiano mai sanguinaccio.

De leden van deze sekte eten nooit bloedworst.

Ero in piedi con altri membri delle comunità del sud Louisiana,

Ik stond daar met andere inwoners van gemeenschappen in Zuid-Louisiana --

Ma qui i membri del club e gli invitati al matrimonio

Maar hier drinken de clubleden en de bruidsgasten thee

E quanti di voi amano i propri animali come membri della famiglia?

En wie van jullie beschouwt die huisdieren als familieleden?