Examples of using "Infermiere" in a sentence and their dutch translations:
Hij is geen dokter, maar een verpleger.
- Ik ben verpleegkundige.
- Ik ben verpleger.
Waarom wil je verpleger worden?
Ik wil geen verpleegster meer zijn.
Toen ze nog een meisje was, speelde Elisa graag verpleegster met haar poppen.
- Waarom wil je verpleegster worden?
- Waarom wil je verpleger worden?