Examples of using "Imbrogliato" in a sentence and their dutch translations:
- Je speelde vals.
- U speelde vals.
- Jullie speelden vals.
- Je hebt valsgespeeld.
- U heeft valsgespeeld.
- Jullie hebben valsgespeeld.
- Je bent vreemdgegaan.
- U bent vreemdgegaan.
- Jullie zijn vreemdgegaan.
- Je ging vreemd.
- U ging vreemd.
- Jullie gingen vreemd.
Wie heeft er vals gespeeld?
Hij heeft vals gespeeld.
De professor beschuldigde Tom van fraude.
Niemand speelde vals.
Tom speelde vals.
Tom heeft bij het examen geschiedenis gesjoemeld.
Tom heeft afgeschreven tijdens zijn examen aadrijkskunde.