Examples of using "Donna" in a sentence and their dutch translations:
Zoek de vrouw!
Hij trouwde met die vrouw.
- Je bent een vrouw.
- U bent een vrouw.
Hij trouwde met die vrouw.
Ik ben een vrouw.
- Wat een vrouw.
- Wat een dame.
- Wie is die vrouw?
- Wie is deze vrouw?
Waar heeft u deze vrouw gezien?
Je bent een mooie vrouw.
De vrouw eet brood.
De vrouw spreekt Spaans.
Ze is een knappe vrouw.
Hij verkleedde zich als vrouw.
Ik ben een sterke vrouw.
Ik droom van een mooie vrouw.
Wat een egoïstische vrouw!
Waar is de vrouw?
Wat een aantrekkelijke vrouw!
Zoek de vrouw!
Hij trouwde met die vrouw.
Fijne Internationale Vrouwendag!
Ik kende die vrouw helemaal niet.
De vrouw wast haar gezicht.
De vrouw eet brood.
Ik vind die vrouw niet aardig.
Ik denk dat dat een oprechte vrouw is.
Yitzhak trouwde met een moslimvrouw.
een man, een vrouw,
De vrouw eet een sinaasappel.
De man kust de vrouw.
De vrouw is aan het lezen.
Maria is een vrouw.
Wie is die vrouw?
De vrouw is mooi.
Wie is deze vrouw?
Je bent een mooie vrouw.
Die vrouw is prachtig.
De toekomst van de man, is de vrouw.
De vrouw wast haar gezicht.
- Dat is de vrouw die u wil zien.
- Dat is de vrouw die jou wil zien.
- Wie is je favoriete vrouwelijke rapper?
- Wie is jouw favoriete vrouwelijke rapper?
- Wie is jullie favoriete vrouwelijke rapper?
- Wie is uw favoriete vrouwelijke rapper?
Tom heeft Maria voor een andere vrouw verlaten.
De mooie vrouw is vriendelijk.
Hij verkleedde zich als vrouw.
De vrouw is bijna doof.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Er is een vrouw in de kamer.
Maak nooit ruzie met een vrouw als ze moe is.
Tom is getrouwd met een veel jongere vrouw.
Was Moeder Teresa een goede vrouw?
De toekomst van de man, is de vrouw.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
- Mijn moeder was een wonderbare vrouw.
- Mijn moeder was een geweldige vrouw.
Rosa Montero is een heel bijzondere vrouw.
De vrouw wast haar gezicht.
Deze vrouw komt niet uit Syrië.
Ik werd verliefd op een vrouw.
Het kan je vertellen dat de vrouw lacht.
die geweldige vrouw die we allemaal bewonderen.
- Mijn zuster was een heel mooie vrouw.
- Mijn zus was een erg knappe vrouw.
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
Marie is de vrouw van mijn dromen.
De man en de vrouw drinken thee.
De kleine vrouw draagt een grijs mantelpak.
- Dat is de vrouw die u wil zien.
- Dit is de vrouw die u wil zien.
Jij bent de mooiste vrouw die ik ooit gezien heb.
En de vrouw in een... oncomfortabele positie
Hij is ziekelijk jaloers op zijn vrouw.
- Wie is deze vrouw?
- Wie is deze dame?
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Een vrouw beslist zelf wie haar verovert.