Examples of using "Convinta" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben helemaal niet overtuigd.
Ik ben overtuigd.
Ik ben niet overtuigd.
Ik overreedde haar om thuis te blijven.
Ik ben niet overtuigd.
Ik ben helemaal niet overtuigd.
Ze gelooft dat haar zoon nog steeds in leven is.
Ik ben ervan overtuigd dat hij onschuldig is.
Tom had mij bijna overtuigd.
Mensen weten zeker dat het een beproeving van mijn karakter is,
Ik ben er zeker van, dat hij niets verkeerds gedaan heeft.