Examples of using "Abitiamo" in a sentence and their dutch translations:
Wij wonen hier.
- We leven hier.
- Wij wonen hier.
We wonen dicht bij het station.
We wonen samen.
We wonen in de buurt van de grens.
Wij wonen op de zesde verdieping.
We wonen dicht bij het station.
Wij wonen in Frankrijk.
We wonen in de buurt van een grote bibliotheek.
- We leven in Belfast.
- Wij wonen in Belfast.
We wonen in een huis.
We wonen in New York.
We wonen dicht bij het station.
We wonen hier sinds juli.
We wonen in de buurt van een grote bibliotheek.
Tom en ik wonen nog steeds in Boston.
Wij wonen in huis nummer vijftig, bij de supermarkt.