Examples of using "Templom" in a sentence and their dutch translations:
Dat is een kerk.
Er zijn veel oude tempels in Kioto.
Waar is de dichtstbijzijnde kerk?
Het is een typisch gotische kerk.
Wanneer is deze tempel gebouwd?
Wanneer is deze tempel gebouwd?
Hou oud is die kerk?
- Er is een kerk dicht bij mijn huis.
- Er staat een kerk naast mijn huis.
Daar staat een prachtige kerk op de heuvel.
Er is een erg oude tempel in de stad.
- Ik weet dat hier een grote kerk stond.
- Ik weet dat hier een grote kerk was.
De kerk bevindt zich op een heuvel boven de stad.
Na een dag hun toevlucht te hebben gezocht in een oude tempel...
Dat is de kerk waar Blake ligt begraven.
Op een eiland in de Seine staat een grote kerk genaamd Notre Dame.