Examples of using "Panaszkodik" in a sentence and their dutch translations:
Wie klaagt?
Tom klaagt voortdurend.
Ze klaagt over hoofdpijn, en vaak.
Hij klaagt voortdurend.
Steeds wanneer we elkaar ontmoeten klaagt hij over zijn vrouw.
Tom heeft vaak klachten over de kookkunsten van zijn moeder.
Hij klaagt altijd over hoe klein zijn kamer is.