Examples of using "Fiatalon" in a sentence and their dutch translations:
- Ze waren jong toen ze trouwden.
- Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Tom stierf jong.
- De schilder is jong gestorven.
- De schilder is jong overleden.
Spijtig genoeg is de dichter jong gestorven.
Als we jong zijn, vinden we het makkelijk... ...dingen te breken.
Ze hebben het dus niet makkelijk. Maar dat is hun strategie. 'Leef snel, sterf jong.'