Translation of "Fiatalon" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Fiatalon" in a sentence and their dutch translations:

Fiatalon házasodtak.

- Ze waren jong toen ze trouwden.
- Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.

Tom fiatalon halt meg.

Tom stierf jong.

A festő fiatalon halt meg.

- De schilder is jong gestorven.
- De schilder is jong overleden.

Sajnálatos módon a költő fiatalon elhunyt.

Spijtig genoeg is de dichter jong gestorven.

Fiatalon azt gondoljuk, egyszerű dolog összetörni dolgokat.

Als we jong zijn, vinden we het makkelijk... ...dingen te breken.

Szóval elég nehéz az útjuk. Mottójuk: „Élj gyorsan, halj meg fiatalon!”

Ze hebben het dus niet makkelijk. Maar dat is hun strategie. 'Leef snel, sterf jong.'