Examples of using "Fehér" in a sentence and their dutch translations:
Het is wit.
- Is het wit?
- Is hij wit?
Mijn hond is wit.
Witte haaien.
De hond is wit.
Het papier is wit.
- Ze droeg een wit kleed.
- Ze droeg een witte jurk.
- Mijn kater is wit.
- Mijn kat is wit.
Het was wit.
De sneeuw is wit.
Witbrood, alstublieft.
of iedereen met een blanke huid een racistische slavendrijver is,
Voor mij is dat zwart of wit.
Ik heb een witte kat.
Dit potlood is wit.
Dit papier is wit.
Waarom is sneeuw wit?
Wil je graag witte of rode wijn?
Het paard is niet wit.
We hebben een witte kat.
Mijn paard is wit.
Deze hond is wit.
Ze heeft een witte kat.
Ze had witte schoenen aan.
Tom draagt witte sokken.
Zijn alle zwanen wit?
Hebt ge graag witte chokolade?
Ik droeg een wit overhemd.
Ik draag nooit witte sokken.
Tom droeg witte sokken.
Niet alle zwanen zijn wit.
Die witte parasol is van haar.
Deze roos heeft een witte bloem.
Er zit een witte duif op het dak.
Ze is gewoon mat en wit.
Een verpleegster kleedt zich in het wit.
Wie heeft het Witte Huis ontworpen?
Het is sneeuwwit.
Niet alles is zwart-wit.
- Dat witte gebouw is een ziekenhuis.
- Dat wit gebouw is een ziekenhuis.
- Wilt u graag een glas witte wijn?
- Wil je graag een glas witte wijn?
Tom heeft een heel lichte huid.
Tom heeft een witte kat.
Een verpleegster kleedt zich in het wit.
Tom heeft een witte hond.
Ken heeft een witte hond.
Het papier is wit; de sneeuw is ook wit. Het papier en de sneeuw zijn wit.
Tom droeg een spijkerbroek en een wit T-shirt.
Deze vrouwelijke jachtkrabspin zoekt een partner.
Meer hebben de witte haaien niet nodig.
De ene is rood en de andere is wit.
Ze heeft een kat. De kat is wit.
Naoko woont in dat witte huis.
Het zand op het strand was wit.
Welke kleur had Napoleons schimmel?
- Dat witte gebouw is een ziekenhuis.
- Dat wit gebouw is een ziekenhuis.
Papier is wit, koolstof is zwart.
- Tom droeg een rood met wit gestreepte das.
- Tom droeg een rood met wit gestreepte stropdas.
Haar huid is zo wit als sneeuw.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
Ze heeft een kat. Die kat is wit.