Examples of using "Eszek" in a sentence and their dutch translations:
Wat eet ik?
Ik eet niet.
Ik eet tomaten.
Ik eet met mijn handen.
Ik eet niet graag alleen.
Ik eet vaak appels.
Ik eet veel vlees.
Ik eet rijst.
Ik eet elke ochtend zuurkool.
Ik eet hier vaak.
Ik eet geen vis.
- Ik eet rijst.
- Ik ben rijst aan het eten.
Ik hou van rijst met bonen.
- Ik eet een appel.
- Ik ben een appel aan het eten.