Examples of using "Egymást" in a sentence and their dutch translations:
Ze haatten elkaar.
Kennen we elkaar?
- We hebben elkaar gekust.
- We kusten elkaar.
Waar kennen jullie elkaar van?
Ze waarschuwen elkaar.
Ze bekritiseerden elkaar.
Hou je van elkaar?
- Ze omhelsden.
- Zij omhelsden.
- Ze omarmden.
- Zij omarmden.
Ze houden van elkaar.
We houden van elkaar.
Wissel.
Zij hielden van elkaar.
Kennen jullie elkaar?
We hielden van elkaar.
Wanneer kunnen we elkaar weerzien?
We hebben geknuffeld.
- Ik zie je morgen?
- Zie ik jullie morgen?
- Zie ik u morgen?
- Zien we elkaar morgen?
Waar kennen jullie elkaar van?
We slaagden erin elkaar te verstaan.
- We houden erg van elkaar.
- We houden heel veel van elkaar.
Waarom kunnen ze elkaar niet uitstaan?
- Ze verstaan elkaar.
- Ze begrijpen elkaar.
- Lang niet gezien.
- Lang niet gesproken!
Het is lang geleden sinds we elkaar voor het laatst zagen.
Lang niet gezien.
Tegenpolen trekken elkaar aan.
Ze hielpen elkaar.
We kennen elkaar al jaren.
We zien elkaar morgen.
We kennen elkaar al zes jaar.
Ingebouwde nachtlampjes om elkaar te kunnen zien.
Tom en Maria kennen elkaar al.
Nou, je kon andere sets van opeenvolgende even getallen voorstellen:
Ken ik jou?
De meeste mensen zouden denken aan opeenvolgende even getallen.
Ze roepen op een frequentie die door het normale geluid heen gaat.