Examples of using "Zerbrach" in a sentence and their dutch translations:
- Het glas versplinterde.
- Het glas verbrijzelde.
De kop brak.
Iemand heeft het raam gebroken.
Hij brak de ruit met opzet.
- Hij heeft expres het raam gebroken.
- Hij sloeg expres een raam kapot.
- Mijn fles is gebroken.
- Mijn fles brak.
Het is hij, die het venster gisteren gebroken heeft.
- Hij heeft expres het raam gebroken.
- Hij sloeg expres een raam kapot.
Hij sloeg expres een raam kapot.
- Hij heeft expres het raam gebroken.
- Hij sloeg met opzet een venster kapot.
- Hij sloeg expres een raam kapot.