Examples of using "Vorm" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Tom stierf van de dorst.
- Er zijn geruchten dat hij ontslag zal nemen.
- Er zijn geruchten dat hij zal aftreden.
Ik ben bang om dood te gaan.
Tom leert Frans gedurende een uur elke dag voor het avondeten.
Vlak voor ze in winterslaap gaan, gaan deze zwarte beren de stad in.
- Ik heb angst voor de dood.
- Ik ben bang voor de dood.
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Tom leert Frans gedurende een uur elke dag voor het avondeten.