Translation of "Party" in Dutch

Wie war Toms Party?

Hoe was Toms feestje?

- Die Party war ein großer Erfolg.
- Die Party war ein voller Erfolg.

- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een compleet succes.
- Het feest was een gigantisch succes.

- Tom möchte auf unsere Party kommen.
- Tom will zu unserer Party kommen.

- Tom heeft zin om op ons feestje te komen.
- Tom wil op ons feest komen.

Und organisierten eine entsprechende Party.

bij de rage van Frozen.

Jim kommt auch zur Party.

Jim komt ook naar het feest.

Die Party war total langweilig.

Het feest was heel saai.

Die Party war tote Hose.

De party was een flop.

Wo findet die Party statt?

Waar is het feest?

Die Party wird morgen steigen.

Het feest zal morgen plaatsvinden.

Wie hat dir die Party gefallen?

Hoe was het feest?

Ich habe sie zur Party eingeladen.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

Sie wurde zu einer Party eingeladen.

Ze was uitgenodigd voor een feestje.

Viel Spaß bei der Party, John.

Veel plezier op het feestje, John.

Natürlich komme ich auf die Party.

Natuurlijk kom ik op het feestje.

Insgesamt war es eine schöne Party.

Alles samen was het een mooi feest.

Trangs Party war wie eine Totenwache.

Het feest van Trang was als een dodenwake.

Die Party war ein großer Erfolg.

Het feest was een gigantisch succes.

- Warum hast du Tom auf die Party eingeladen?
- Warum habt ihr Tom auf die Party eingeladen?
- Warum haben Sie Tom auf die Party eingeladen?

- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?

Wir anderen sind nicht zur Party eingeladen.

Verder neemt niemand deel in dat gesprek.

Ann wird nicht zu unserer Party kommen.

Anne zal niet op ons feest komen.

Über 100 Personen waren auf der Party.

Meer dan 100 mensen waren op het feest.

Nur zehn Leute sind zur Party erschienen.

Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.

Bei der Party waren alle schön gekleidet.

Op het feest was iedereen goed gekleed.

Wen willst du noch zur Party einladen?

Wie wil je nog uitnodigen voor het feest?

Wer ist der Gastgeber der heutigen Party?

Wie is de gastheer van het feestje van vandaag?

Wir haben alle an der Party teilgenommen.

We waren allemaal aanwezig op het feest.

Ziemlich viele Leute kamen zu der Party.

Er kwamen redelijk veel mensen naar het feest.

Außer ihm kam sonst niemand zur Party.

Behalve hij, kwam niemand naar het feestje.

- Das ist eine Party.
- Dort wird gefeiert.

Daar is het feestje.

Es waren viele Leute bei der Party.

Er waren veel mensen op het feest.

Es waren nur sechs Leute auf der Party.

- Er was maar zes man op het feest.
- Er waren maar zes mensen op het feest.

Wir werden am nächsten Samstag eine Party machen.

We hebben een feest volgende zaterdag.

Er muss auf der Party eine Rede halten.

Hij moet een toespraak houden tijdens het feest.

Leider konnte Tom nicht zu unserer Party kommen.

Het was zonde dat Tom niet naar ons feestje kon komen.

Warum habt ihr Tom auf die Party eingeladen?

- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?

Die Party war um neun Uhr zu Ende.

Het feestje was gedaan om negen uur.

Die Party war ganz und gar nicht schön.

Het feest was helemaal niet mooi.

- Weißt du noch, was Kati bei der Party anhatte?
- Kannst du dich daran erinnern, was Kati bei der Party anhatte?

Herinner jij je wat Cathy droeg op het feestje?

Stellen Sie sich vor, Sie wollen auf eine Party.

Stel je voor dat je je klaarmaakt om naar een feestje te gaan.

Ich habe ihn letztes Jahr auf einer Party kennengelernt.

Ik heb hem vorig jaar op een feestje ontmoet.

Tut mir leid, dass ich eure Party versäumt habe.

Het spijt me dat ik je feest heb gemist.

- Bei der Party ist sie gestern nicht aufgetaucht.
- Gestern auf der Party hat sie sich nicht sehen lassen.
- Gestern auf der Party hat sie sich nicht gezeigt.
- Gestern, auf der Party war von ihr nichts zu sehen.
- Auf der gestrigen Party war von ihr weit und breit keine Spur zu sehen.
- Auf der gestrigen Feier ist sie nicht aufgetaucht.

Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.

- Bei der Party ist sie gestern nicht aufgetaucht.
- Gestern auf der Party hat sie sich nicht sehen lassen.
- Gestern auf der Party hat sie sich nicht gezeigt.
- Auf der gestrigen Feier ist sie nicht aufgetaucht.

Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.

Schließen Sie sich der Party an. Das Wasser ist großartig.

Spring erin; het water is heerlijk.

Ich habe Mary zufällig letzte Woche auf der Party getroffen.

Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.

Am Ende der Party waren nur noch zwei Gäste übrig.

Aan het einde van het feestje bleven er enkel twee gasten over.

Ich würde mich freuen, wenn du zu meiner Party kämest.

Ik zou het leuk vinden als je naar mijn feestje kwam.

Es war schade, dass Tom nicht zu unserer Party kommen konnte.

Het was zonde dat Tom niet naar ons feestje kon komen.

Am Sonntag traf ich auf einer Party einen Hals-Nasen-Ohrenarzt.

Ik heb een neus-, keel- en orenarts ontmoet op een feest zondag.

- Das Leben ist ein großes Fest.
- Das Leben ist eine große Party.

Het leven is een groot feest.

Bitte grüß sie von mir, wenn du sie auf der Party siehst!

Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest.

- Die Party ging bis zehn Uhr.
- Das Fest hörte um zehn Uhr auf.

Het feest eindigde om tien uur.

Alle meine Freunde, denen ich eine Einladung geschickt hatte, sind zur Party gekommen.

Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.

- Das Fest war alles außer angenehm.
- Die Party war alles andere als angenehm.

Het feest was allesbehalve aangenaam.

- Ann wird nicht zu unserer Party kommen.
- Ann wird nicht zu unserer Feier kommen.

Anne zal niet op ons feest komen.

Die Bemerkung, die du auf der Party über Lisas Gewicht gemacht hast, war total unnötig.

Uw opmerking op het feest over het gewicht van Lisa was helemaal misplaatst.

Die Bierflaschen, die ich zu der Party mitbrachte, waren überflüssig; die Familie des Gastgebers besaß eine Bierbrauerei.

De bierflessen die ik meebracht naar het feest waren overbodig; de familie van de gastheer bezat een brouwerij.