Translation of "Müll" in Dutch

Müll!

- Brol!
- Rotzooi!

Überall war Müll.

- Er was overal afval.
- Overal was er rommel.

Krähen durchstöbern oft den Müll.

Kraaien doorzoeken dikwijls afval.

Unser Müll wird jeden Montag abgeholt.

Ons vuilnis wordt iedere maandag afgehaald.

- Wenn du weggehst, nimm den Müll mit!
- Wenn du nach draußen gehst, nimm den Müll mit!

Neem het vuilnis mee als je naar buiten gaat.

Die Reduktion von Müll und dessen Wiederverwertung;

het verminderen en het recycleren van afval;

Sie holen jeden Montag den Müll ab.

Ons vuilnis wordt iedere maandag afgehaald.

Hast du den Müll nach draußen gebracht?

- Heb je het afval naar buiten gebracht?
- Heb je het vuilnis naar buiten gebracht?

Wir füllen unser Leben mit immer mehr Müll an.

We stoppen ons leven vol rommel.

Tom sagt, du bist an der Reihe, den Müll rauszubringen.

Tom zegt dat het nu jouw beurt is om het vuilnis buiten te zetten.

- Werfen Sie den Plan in den Müll!
- Wirf den Plan in den Papierkorb!

Gooi het plan in de prullenbak.

Am nächsten Morgen verließ Dima den Müllcontainer, musste aber feststellen, dass seine Kleidung jetzt nach Müll roch.

De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.