Examples of using "Lächerlich" in a sentence and their dutch translations:
Belachelijk!
Belachelijk!
- Dat is belachelijk.
- Dat is belachelijk!
Dat is belachelijk!
Dat is belachelijk.
Dat is belachelijk!
Belachelijk!
Natuurlijk is dit belachelijk.
Het begint belachelijk te worden.
Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.
- Doe niet zo gek!
- Wees niet belachelijk!
Ik weet dat Tom belachelijk is.
Wat jij zegt is gewoon belachelijk.
Wat jij zegt is gewoon belachelijk.
Doe niet zo gek!
Ik hoop dat ik niet belachelijk gemaakt word.
- Tom voelde zich dwaas.
- Tom voelde zich belachelijk.
Dat artikel steekt de draak met vegetariërs.
"Maar dat is belachelijk!" protesteerde Dima. "Kopeken worden al tijden niet meer gebruikt! En 0,99 is niet eens een natuurlijk getal!"