Examples of using "Fieber" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je koorts?
- Heb je verhoging?
Je hebt geen koorts.
Je hebt geen koorts.
Je hebt geen koorts.
Ik heb koorts.
Je hebt koorts.
Ik heb geen koorts.
Je hebt geen koorts.
Ik heb hoge koorts.
- Heeft hij nog steeds koorts?
- Heeft hij nog altijd koorts?
Heeft ze nog koorts?
De koorts is afgenomen.
Tom heeft geen koorts.
Hij heeft geen koorts.
Dit verloste hem van de koorts.
Ik heb 38,9 graden koorts.
Gisteren had ik hoge koorts.
Ik had heel hoge koorts.
Hebt ge koorts en doet uw keel pijn?
- Heb je het gevoel dat je koorts hebt?
- Hebt u het gevoel dat u koorts hebt?
Tom ligt in bed met koorts.
Ze ligt in bed met koorts.
Je hebt een klein beetje koorts vandaag, is het niet?
Ik voel dat de koorts aan het komen is.
Ik hoest, en heb een beetje koorts.
Je hebt geen verhoging.
Hoge koorts is een typisch symptoom van deze ziekte.
Heeft ze nog koorts?
Ik krijg vaak koude rillingen. Zou ik koorts hebben?
Omdat je koorts hebt, moet je thuis blijven.
Als je koorts hebt kan je beter snel naar het ziekenhuis gaan.
„Heb je koorts?” „38 graden.” „Dat valt nog mee!”