Examples of using "Esst" in a sentence and their dutch translations:
Eet het!
Jullie eten.
Eet gezond!
Eet en drink.
Eet meer groenten.
- Eet veel groenten.
- Eet veel groente.
Eten jullie paprika's?
Hoe laat luncht u?
Jullie eten te veel.
Eten jullie elke dag rijst?
Eten jullie rijst in je land?
Eet veel groente.
Eet en drink.
Eet u vlees?
- Jij eet.
- U eet.
- Jullie eten.
Eet en drink.
Eet alles.
Eet meer groenten.
Eet alsjeblieft!
- Eet u vlees?
- Eet je vlees?
- Eet je vis?
- Eet u vis?
- Eten jullie vis?
- Eet je voedsel op.
- Eet uw voedsel op.
- Eet je groenten op.
- Eet uw groenten op.
Eet meer groenten.
Eet niet te veel.
- Eet je groenten op.
- Eet uw groenten op.
- Eet mijn frietjes niet.
- Eet mijn friet niet.
- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?
Waar ga je vandaag lunchen?
Wat eet je gebruikelijk als ontbijt?
- Eet wat je wilt.
- Eet al wat ge wilt.
Hoe laat lunch je meestal?