Examples of using "Dicke" in a sentence and their dutch translations:
Wij zijn dikke vrienden.
We werden dikke vrienden.
We waren dikke vrienden.
Koop vier grote aardappelen voor me.
- Tom draagt een dikke bril.
- Tom heeft dikke brillenglazen.
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
Deze dikke zwarte kat sluipt hier dikwijls rond.
- We waren beste vrienden.
- We waren dikke vrienden.
We werden dikke vrienden.
Ze heeft grote borsten.
In de winter draag ik dikke panty's.
Ik heb nog nooit een dikke veganist gezien.
Plotseling begonnen dikke regendruppels uit de donkere hemel te vallen.
Wij zijn dikke vrienden.
Ik kan dat dikke boek niet uitlezen in een week.
- Ik heb er genoeg van.
- Ik heb er genoeg van gehad.
De dikke man sprong over de gracht en viel op de grond.
Ik kan dat dikke boek niet uitlezen in een week.
Tom en ik zijn goede vrienden.
Ik kan dat dikke boek niet uitlezen in een week.
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!
Een dikke kat met een hoed op, zat op een mat, en droomde ervan een rat te vangen, of een vleermuis.