Examples of using "Stoff" in a sentence and their dutch translations:
- Dit doek scheurt gemakkelijk.
- Deze doek voelt zacht aan.
- Dit doek voelt zacht aan.
- Deze doek voelt zacht aan.
Dit doek voelt zacht aan.
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
Het kleed bestaat uit een dunne stof.
Ik wil een pak gemaakt van dit materiaal.
Van welke stof is dat vest gemaakt?
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
Het pak is gemaakt van erg ruw materiaal.
Niks zo lekker als vloeistof van de cactus... ...uit een zweterige buff zuigen.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.