Examples of using "Beerdigung" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer is de begrafenis?
De begrafenis is morgen.
De begrafenis was gisteren.
- Ik was niet bij zijn begrafenis.
- Ik heb zijn begrafenis niet bijgewoond.
Toms begrafenis zal dit weekend zijn.
Ik woonde zijn begrafenis bij.
- Tom heeft de begrafenis van Mary bijgewoond.
- Tom was aanwezig op de begrafenis van Mary.
- Hij huilde niet op haar begrafenis.
- Hij heeft niet gehuild op haar begrafenis.
Tom en Mary waren op de begrafenis van John.
Je draagt geen rode minirok naar een begrafenis.
De begrafenis was gisteren.
En uiteindelijk is er zelfs niet genoeg geld voor de begrafenis.
Het is niet aan te raden een minirok te dragen wanneer men naar een begrafenis gaat.