Examples of using "Anprobieren" in a sentence and their dutch translations:
Mag ik het eens passen?
Mag ik het eens passen?
Kan ik deze broek passen?
Waar kan ik dit aan proberen?
Mag ik deze jurk passen?
Mag ik het eens passen?
- Ik zou dit kleed willen passen.
- Ik zou deze jurk willen passen.
Ik zou deze jurk willen passen.
- Ik zou dit kleed willen passen.
- Ik zou deze jurk willen passen.
Deze rok bevalt mij, mag ik hem even passen?
Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.
"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."