Translation of "Anprobieren" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Anprobieren" in a sentence and their dutch translations:

- Darf ich es mal anprobieren?
- Kann ich es anprobieren?

Mag ik het eens passen?

Darf ich das anprobieren?

Mag ik het eens passen?

Kann ich diese Hose anprobieren?

Kan ik deze broek passen?

Wo kann ich das anprobieren?

Waar kan ik dit aan proberen?

Kann ich dieses Kleid anprobieren?

Mag ik deze jurk passen?

Darf ich das hier anprobieren?

Mag ik het eens passen?

Ich würde gern dieses Kleid anprobieren.

- Ik zou dit kleed willen passen.
- Ik zou deze jurk willen passen.

Ich würde dieses Kleid gerne anprobieren.

Ik zou deze jurk willen passen.

Ich würde diese Kleidungsstück gerne mal anprobieren.

- Ik zou dit kleed willen passen.
- Ik zou deze jurk willen passen.

Dieser Rock gefällt mir. Darf ich ihn anprobieren?

Deze rok bevalt mij, mag ik hem even passen?

Beim Anprobieren stellte Dima fest, dass der Anzug zu groß war.

Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.

"Ich habe es schrecklich eilig ... aus Gründen, die ich nicht erklären kann", antwortete Dima der Frau. "Bitte lassen Sie mich einfach diesen Anzug hier anprobieren."

"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."