Examples of using "Suspect" in a sentence and their dutch translations:
De verdachte ontkent.
De politie arresteerde de verdachte.
De politie arresteerde de verdachte.
Verdachte is aangehouden.
De politie arresteerde de verdachte.
De politie arresteerde een verdachte.
De verdachte loopt nog vrij rond.
De politie arresteerde de verdachte.
Dit klinkt verdacht.
De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen.
De politie beschouwt hem als de voornaamste verdachte.
Hij ziet er verdacht uit.
Er is hier iets aan de hand.