Examples of using "Sieste" in a sentence and their dutch translations:
- Tom deed een dutje.
- Tom nam een dutje.
- Je gaat een dutje doen.
- Je gaat even liggen.
- Je zult een hazenslaap maken.
U hebt uw middagdutje niet gedaan.
Je hebt je middagdutje niet gedaan.
U hebt uw middagdutje niet gedaan.
Ze ontwaakte uit haar sluimer.
U hebt uw middagdutje niet gedaan.
Ik heb geen dutje nodig.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Opa doet een dutje op de canapé.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Ik had een rare droom terwijl ik een uiltje aan het knappen was.
Misschien wilt u 's middags een tukje doen.
Tom zegt dat hij nood had aan een dutje.
- ze werden betrapt op een dutje.
Een dutje van een paar uurtjes zal je goed doen.
Een kort middagdutje en hoplakee, ik ben weer fris als een hoentje.
Zonder dutjes of cafeïne, trouwens, dus het is ellendig voor alle betrokkenen.
als ik midden op de dag vier uur moet slapen,
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.