Examples of using "Offres" in a sentence and their dutch translations:
- Geef je je baas een kerstcadeau?
- Geeft u uw baas een kerstcadeau?
- Geven jullie je baas een kerstcadeau?
- Geef je je baas een kerstcadeau?
- Geeft u uw baas een kerstcadeau?
- Geef jullie je baas een kerstcadeau?
- Geef je je baas een kerstcadeautje?
- Geeft u uw baas een kerstcadeautje?
- Geef jullie je baas een kerstcadeautje?
- Wat geef je Tom met Kerstmis?
- Wat geeft u Tom met Kerstmis?
- Wat geven jullie Tom met Kerstmis?