Translation of "L'attacher" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "L'attacher" in a sentence and their dutch translations:

Je vais l'attacher avec de la corde.

Ik kan hem vastbinden met een stukje parachutekoord.

Je vais l'attacher avec de la corde.

Pak een stukje parachutekoord, dan binden we hem vast.

Je dois trouver à quoi je vais l'attacher.

Maar ik moet uitzoeken waar ik het aan vast kan maken.

Je dois trouver à quoi je vais l'attacher.

Maar ik moet uitzoeken waar ik het aan vast kan maken.

Je vais utiliser cette corde, l'attacher à ce rocher,

Ik gebruik dit touw... ...maak het vast aan deze rots...

On va utiliser cette corde, trouver un endroit où l'attacher,

We gebruiken dit touw, vinden iets om het aan vast te maken,

Ça pourrait faire une bonne torche. On va l'attacher avec de la paracorde.

Dit zou wel eens kunnen werken als fakkel. We binden het erop met wat parachutekoord.