Examples of using "Grec" in a sentence and their dutch translations:
- Spreekt u Grieks?
- Spreek jij Grieks?
- Ik leer Grieks.
- Ik leer Nieuwgrieks.
Ik leer Nieuwgrieks.
Spreek jij Grieks?
- Spreekt u Grieks?
- Spreken jullie Grieks?
Tom is Grieks.
Dit woord komt uit het Grieks.
Zeg het in het Grieks!
Ik leer Oudgrieks.
Ik leer Nieuwgrieks.
Hij spreekt een mondje Grieks.
Dit woord komt uit het Grieks.
Dit woord komt uit het Grieks.
Dit woord komt uit het Grieks.
Emily wil Grieks leren.
Dit woord komt uit het Grieks.
Grieks is een moeilijke taal.
Grieks is moeilijk te leren.
Dit woord komt uit het Grieks.
Grieks is geen gemakkelijke taal.
Wat is "uil" in het Grieks?
Het woord komt uit het Grieks.
Dit woord komt uit het Grieks.
Het is geschreven in het Grieks en betekent ''veel succes''.
Dit woord komt uit het Grieks.
een boek over de oude Griekse werken van Homerus.
'Polynesië' is een Grieks woord dat 'vele eilanden' betekent.
Kebab is het voornaamste gerecht in verschillende Turkse restaurants.
- Dat was Chinees voor mij.
- Dat was allemaal Chinees voor mij.
Dat was allemaal Chinees voor mij.
We vieren 28 november als Tatoebadag, omdat het de dag is waarop Turks, Esperanto en Grieks werden toegevoegd.
De geschiedenis toont het aan: de idiomen van de dominante staten leiden vaak tot het verdwijnen van die van de gedomineerde staten. Het Grieks heeft het Frygisch verzwolgen. Het Latijn heeft het Iberisch en het Gallisch van de kaart geveegd. Vandaag de dag verdwijnen er elk jaar 25 talen! U moet één ding goed begrijpen: ik vecht niet tegen het Engels; ik vecht voor diversiteit. Een Armeens spreekwoord vat mijn denken prachtig samen: "Je bent zoveel mens als het aantal talen dat je spreekt."