Translation of "Dirais" in Dutch

Je dirais non.

Ik zou nee hebben gezegd.

Mais je dirais ceci :

Maar ik zal dit zeggen:

Que dirais-tu d'un verre ?

Wat dacht je van een drankje?

- Que dirais-tu si tu étais à ma place ?
- Que dirais-tu à ma place ?
- Que dirais-tu si tu étais moi ?

- Wat zou jij zeggen als je mij was?
- Wat zou jij zeggen in mijn plaats?

- Je ne dirais pas que c'était sans importance.
- Je ne dirais pas que c'était insignifiant.
- Je ne dirais pas que c'était anodin.

Ik zou niet zeggen dat het onbelangrijk was.

Que dirais-tu à ma place ?

Wat zou jij zeggen als je mij was?

Que dirais-tu d'un bon massage ?

Wat zou je zeggen van een goede massage?

- Que dirais-tu si tu étais à ma place ?
- Que dirais-tu à ma place ?

Wat zou jij zeggen als je mij was?

- Si je le savais, je te le dirais.
- Si je le savais, je vous le dirais.

- Als ik het wist, zou ik het je zeggen.
- Als ik het wist, zou ik het u zeggen.

J'ai survécu et je dirais même que

Maar ik zou zelfs meer durven te zeggen:

Que dirais-tu si tu étais moi ?

Wat zou jij zeggen als je mij was?

Que dirais-tu d'un verre de bière ?

Wat dacht je van een pint?

Je dirais que c'est la règle générale.

Ik zou zeggen dat dat de algemene regel is:

Je pensais bien que tu dirais ça.

Ik dacht wel dat je dat zou zeggen.

Si je le savais, je vous le dirais.

- Als ik het wist, zou ik het je zeggen.
- Als ik het wist, zou ik het u zeggen.

Je dirais : limiter vos interactions face à face.

Mijn advies zou zijn om je 1-op-1 interacties te beperken.

Si je le savais, je te le dirais.

Als ik het wist, zou ik het u zeggen.

Je ne dirais pas non à une bière, là.

Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.

Que dirais-tu si tu étais à ma place ?

- Wat zou jij zeggen als je mij was?
- Wat zou jij zeggen in mijn plaats?

À ta place, je ne dirais rien à Thomas.

Als ik jou was, zou ik niets tegen Tom zeggen.

- Que diriez-vous d'un verre ?
- Que dirais-tu d'un verre ?

Wat dacht je van een drankje?

- Que diriez-vous de vendredi ?
- Que dirais-tu de vendredi ?

- Wat dacht je van vrijdag?
- Wat dacht u van vrijdag?
- Wat dachten jullie van vrijdag?

Qu’est ce que tu dirais d’aller faire un tour au parc ?

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?

Dis-moi qui sont tes amis, je te dirais qui tu es.

Aan zijn vrienden kent men de man.

Si tu t'en prends à moi comme ça, je ne dirais plus rien.

Als je zo tegen me doet, zeg ik niets meer.

Et je dirais que le juste milieu est d'essayer de penser de manière créative

En ik zou zeggen dat het compromis is om creatief te denken...

« Serveuse, que fait cette mouche dans ma soupe ? » - « Je dirais du dos crawlé, monsieur ! »

„Juffrouw, wat doet die vlieg in mijn soep?” – „Het lijkt wel op rugslag, mijnheer!”

- Que dirais-tu de midi quarante-cinq ?
- Que diriez-vous d'une heure moins le quart ?

Wat dacht je van 12:45?

- Qui se ressemble s'assemble.
- Dis-moi qui sont tes amis, je te dirais qui tu es.

Aan zijn vrienden kent men de man.

- Je lui ai promis de ne le dire à personne.
- Je lui ai promis que je ne le dirais à personne.

Ik heb hem beloofd dat ik dat aan niemand zou verklappen.

- Que penserais-tu d'une balade au parc ?
- Qu’est ce que tu dirais d’aller faire un tour au parc ?
- Que diriez-vous d'une balade dans le parc ?

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?

- Que penserais-tu d'une balade au parc ?
- Qu’est ce que tu dirais d’aller faire un tour au parc ?
- Que dis-tu d'une promenade dans le parc ?
- Que dites-vous d'une balade dans le parc ?

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?