Translation of "Danser " in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Danser " in a sentence and their dutch translations:

Aimez-vous danser ?

- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Aimez-vous danser ?
- Aimez-vous danser ?

- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Voulez-vous danser ?
- Voudriez-vous danser ?

Willen jullie dansen?

Je n'étais pas en train de danser !

Ik was niet aan het dansen!

Quel dommage que tu ne saches pas danser !

Wat jammer dat je niet kan dansen!

- Voulez-vous danser ?
- As-tu envie de danser ?

- Wil je dansen?
- Wilt u dansen?
- Willen jullie dansen?

- Aimez-vous danser ?
- Aimez-vous danser ?
- Aimes-tu danser ?

- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?