Examples of using "Camion" in a sentence and their dutch translations:
Kom uit de vrachtwagen.
Ik heb een vrachtwagen.
We vinden jouw vrachtwagen echt leuk.
De ijswagen!
Ik ben eraan gewend om een vrachtwagen te besturen.
De auto botste met de vrachtwagen.
Om de hoek reed een grote vrachtwagen.
Een vrachtwagen heeft de hond aangereden.
Pas op! Daar een vrachtwagen.
Ze werd bijna overreden door een vrachtwagen.
De vrachtwagen botste tegen een auto.
De vuilkar komt driemaal per week.
- Een vrachtwagen reed met volle snelheid op de baan.
- Een vrachtwagen raasde met volle snelheid op de weg.
Er stond een vrachtwagen midden op straat.
- Hij reed met de vrachtwagen naar Dallas.
- Hij reed de truck naar Dallas.
Weldra verzamelde zich een groepje rond de brandweerauto.
De vrachtwagen nam een scherpe bocht naar links.
Toms hond werd overreden door een vrachtwagen.
Ik heb een vrachtwagen.
De vuilkar komt driemaal per week.
Gisteren is er op dat zebrapad een voetganger door een vrachtwagen overreden.
Ik ben vrachtwagenchauffeur.
Tom is vrachtwagenchauffeur.
Gisteren is er op dat zebrapad een voetganger door een vrachtwagen overreden.
Bij het ongeluk bij Jalan Hang Tuah waren drie auto's en een vrachtwagen betrokken.