1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Aventureux

Translation of "Aventureux" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Aventureux" in a sentence and their dutch translations:

Tom est aventureux.

Tom is avontuurlijk.

Je suis aventureux.

Ik ben avontuurlijk.

- Nous sommes aventureux.
- Nous sommes aventureuses.

- We zijn avontuurlijk.
- Wij zijn avontuurlijk.

- Je suis aventureux.
- Je suis aventureuse.

Ik ben avontuurlijk.

- Vous êtes aventureux.
- Vous êtes aventureuse.
- Vous êtes aventureuses.
- Tu es aventureux.
- Tu es aventureuse.

- Je bent avontuurlijk.
- U bent avontuurlijk.
- Jullie zijn avontuurlijk.