Translation of "Appareils" in Dutch

Tous ces appareils technologiques

Al die technologische apparaten

J'ai trois appareils photo.

Ik heb drie camera's.

Je possède trois appareils photos.

- Ik bezit 3 fototoestellen.
- Ik heb drie fototoestellen.

Ces appareils photo sont fabriqués au Japon.

Deze camera's zijn gemaakt in Japan.

- Utilisez-vous régulièrement des appareils d'aide à la marche ?
- Utilises-tu régulièrement des appareils d'aide à la marche ?

- Gebruikt u regelmatig mobiliteitshulpmiddelen?
- Gebruik je regelmatig mobiliteitshulpmiddelen?

Dites-moi lequel des deux appareils photo est le meilleur.

- Vertel me welke van de twee camera's beter is.
- Zeg mij welke van beide camera's de beste is.

Nombre d'ados pensent que ces appareils produisent de la vapeur d'eau

Veel tieners denken dat deze apparaten waterdamp produceren

Les appareils pods les plus récents contiennent un sel de nicotine,

De meer recentere capsule-apparaten bevatten een nicotinezout,

Nous ignorons toujours si ces appareils aident les fumeurs à arrêter de fumer

weten we nog steeds niet of deze apparaten rokers helpen om te stoppen