Examples of using "Américain" in a sentence and their dutch translations:
Hij is Amerikaan.
Ik ben Amerikaans.
Hij is Afro-Amerikaans.
Ben je Amerikaans of Frans?
Is Tom Amerikaans of Canadees?
Ik ben Amerikaans.
Ik ben Amerikaans.
We dachten dat hij een Amerikaan was.
Louis Armstrong was een Amerikaanse muzikant.
Het Amerikaanse budget voor de militaire fanfare alleen
Hij is door en door een Amerikaan.
Walt Whitman is mijn favoriete Amerikaanse dichter.
De oorlog heeft het Amerikaanse volk verenigd.
- Hij is geen VS-burger.
- Hij is geen Amerikaan.
Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels.
Als zwarte man in Amerika sprak me dat wel aan.
De kleuren van de Amerikaanse vlag zijn rood, wit en blauw.
Deze roman is geschreven door een bekende Amerikaanse schrijver.
Als Amerikaan (of Europeaan, nvdv) heb je deze waarschijnlijk gezien op school.
Tom brengt veel tijd door met het spelen van American football.
Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.
Het schip voer de Amerikaanse vlag.
Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.
Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.
Ik hoorde dat een Zuid-Amerikaanse kampeerder door een anaconda is opgegeten.
De vestiging van de Amerikaanse reus in de regio viel niet in de smaak bij de regionale bestuurders.
...vicepresident Mike Pence zo beschreef aan de Amerikanen:
Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.
Een op de vijf Amerikaanse mannelijke studenten gaf aan meer dan 10 glazen alcohol per dag te drinken.
Er zijn enkele verschillen tussen Brits en Amerikaans Engels.
Trouwens, het verschil tussen Engels en Amerikaans is waarschijnlijk groter dan tussen standaard Vlaams en standaard Hollands Nederlands.
Volgens de Washington Post gaf de Amerikaanse regering tussen 2000 en 2006 1,3 miljard dollar landbouwsubsidies aan mensen die niet aan landbouw doen.