Examples of using "Sairas" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben ziek.
- Ik ben ongezond.
Ben je ziek?
Hoe ziek is Tom?
Tom is ziek.
Ben je ziek?
Hij is erg ziek.
Ik heb gehoord dat Robert ziek is.
- Je bent ziek, je moet rusten.
- U bent ziek. U moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.
Ik vrees dat hij ziek is.
Man... je bent echt een gestoorde eikel.
voordat je er zelf achter komt dat je ziek bent.
Is Tom ziek?
Hij is ziek.
Hij is ziek.