Examples of using "Jää" in a sentence and their dutch translations:
Tom blijft.
- Het ijs is aan het smelten.
- Het ijs smelt.
Het ijs is gesmolten.
Het ijs is gesmolten.
- Blijf nog even zitten.
- Blijf nog even.
Wie blijft er?
Tom zal blijven.
Blijf hier bij mij.
Blijf wat langer.
Het ijs is gesmolten.
Waarom drijft ijs?
IJs is vast.
- Blijf maar, als je wenst.
- Blijft u maar, als u wenst.
Het ijs smelt.
Het ijs is heel dik.
Blijf nog even.
We zullen zien.
Blijf vannacht bij ons.
Tom zal blijven.
Ook al is dit hele meer bevroren...
IJs wordt water wanneer het smelt.
Haar bezeten bedrijvigheid blijft niet onopgemerkt.
En al deze bezigheid blijft niet onopgemerkt.
IJs wordt water wanneer het smelt.
Blijf alsjeblieft.
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Ze zal overleven.
...blijven na verloop van tijd deze enorme kuilen over.
Blijf bij ons.
Blijf hier!
Blijf bij mij.
Blijf hier.
Blijf hier.
De kliffen bieden wat veiligheid. Maar ze is achtergebleven.
Geef het op!
Blijf hier bij ons.
...worden naderende vijanden snel over het hoofd gezien. Dit vormt de beste kans voor de leeuwin.